Balts

Balts

Willen alle vogels in mei een ei leggen, dan moeten ze daar uiterlijk in april iets voor doen. De eenden begonnen eerder, twee wijfjes broeden al enkele weken bij onze boot. Het voorjaar brengt leven in de brouwerij. Op 6 april arriveerden de eerste boerenzwaluwen, een dag later twee brandganzen. Ik zag meerkoeten paren en de oevers afspeuren naar nestlocaties. Ook de scholeksters waren druk in de weer om nieuw leven te maken. Futen maken elkaar voortdurend het hof, schorre kreten slakend, hun indianentooi wijd uitstaand op de slanke gebogen hals. Ze schudden de kop – nee, ik wil niet langer wachten! – neigen in hartvorm naar elkaar toe en dansen samen hun vogelliefde. Een kunstwerk!

Vandaag spot ik twee bijzondere watervogels. Normaal gesproken zitten ze samen in één bootje, zij stuurt, hij zit achter haar. Ze zijn jong, dol op het water en gek op elkaar. Nu hebben ze ieder hun eigen bootje. Dat moet wel, ze mogen niet meer dicht bij elkaar. Corona – je kunt het niet meer hóren – is de reden dat ze zo samen varen en toch apart. Daar is best wat van te maken.

Ze spelen tikkertje per boot. Hij geeft gas, zij geeft méér gas en vaart met haar snelle spitse bootje om hem heen. Met haar wendbare scheepje draait ze rondjes. Ze sjanst, ze flirt, danst over zijn golven heen. Hij houdt rustig koers en gunt haar de show, maar doet wel degelijk mee. Een plotselinge wending, hij geeft gas en rent, rent, rént over het water. Motorgeluid zwelt aan. Zij – sneller, altijd sneller – vliegt boven het wateroppervlak, haalt hem in, wendt in een flits, doet een rondedans – het is een waterballet.

Een genot om te zien hoe ze baltsen in de zon, licht en elegant als futen. Alleen met een béétje meer lawaai.

© Karin Swanenberg, Beneden Leeuwen, 8 april 2020