Jantje Beton

Jantje Beton

“Vincent!” klinkt zijn stemmetje door de intercom. Als hij de deur open heeft geduwd schuift hij eerst zijn kleine zusje naar binnen als stille getuige en kassière.
“Ik heb Jantje Beton” zegt hij terwijl hij vanonder het gordijn van zijn lange warrige pony naar boven tuurt. Voor zoiets daal ik graag af.
“Dat is toch voor een goed doel?” vraag ik onderweg. “Waar was dat ook alweer voor?”
Hij duwt me een lot onder mijn neus.
“Dit kun je winnen” zegt hij veelbelovend.
Dat is tenslotte waar om gaat. Maar ik heb mijn principes: Doe je iets voor een goed doel,
dan moet je dat doel wél weten!
“Wat was Jantje Beton nou ook weer?” dring ik aan.
“Ja, dat weet ik niet meer hoor” zegt mijn buurjongetje.
“Dat staat geloof ik op de achterkant”.

Na inspectie van het lot kan ik hem vertellen dat het geld voor kinderspeelplekken is. Het interesseert hem niet zo bar veel.
“Dit kun je allemaal winnen” herhaalt hij.
Ik besluit dat zijn verkooppraatje succes moet hebben.
“Geef mij er maar drie.”
Terwijl ik verwachtingsvol uitkijk naar de blijdschap op zijn snoet, klinkt zijn verbijsterende antwoord:
“Ja, maar dá’s niet eerlijk!” De verontwaardiging springt me tegemoet.
“Waarom niet?” vraag ik verbluft
“De anderen moeten ook kunnen winnen!”

© Karin Swanenberg
Sept 2006