
To en Tom aten tomaten
Het is niet erg druk in de supermarkt. Ik sta bij de groente en fruitafdeling en keur de peultjes. Er scharrelt hier een ouder echtpaar rond. Hij ziet er versleten en kwetsbaar uit alsof hij ieder moment kan omvallen. Hij heeft veel zorg nodig. Zij is zeker even oud, maar oogt vitaler. Ze moet degene zijn die zorgt.
Ze staat met een doosje trostomaten in haar handen, verpakt in gaatjesfolie. Opeens loopt ze mijn kant op en komt héél dichtbij. In een flits gaat de bizarre gedachte door mijn hoofd dat ze mij voor haar man aanziet. Dan kijkt ze me aan en zegt: “Moet je ruiken…”
Ik aarzel. Ze duwt het bakje onder mijn neus.
“Hier, door de gaten in het zakje.”
Verrast buig ik mijn hoofd en snuif aandachtig de geur van de tomaten op.
“Dat ruikt naar echte tomaten” glimlach ik.
“Dát” zegt ze verrukt “ruikt naar vróeger”.
Ik kijk in haar blije kinderogen en zie het meteen: héél even is ze gewoon gelukkig.
© Karin Swanenberg
Sept 2006