De weg

De weg

Het Noord Brabants Museum lokte mij naar Den Bosch met de Sigg Collection, een tentoonstelling van Chinese hedendaagse kunst, verzameld door de Zwitser Uli Sigg. Geen idee wat ik van die tentoonstelling moest verwachten, maar nieuwsgierig was ik wél. De collectie bevat beelden, opstellingen en schilderijen, die ofwel uitgesproken maatschappijkritisch zijn of een spirituele grondslag hebben, zoals Taoïsme en Boeddhisme.

Ik zocht niets, maar vónd. Ruimte met kalmte en verstilling, de diepte van het oude China. Tao betekent ‘de weg’. Het leven is de weg gaan, zonder die weg te zoeken, je eraan overgeven. Tao is ook vinden zonder te zoeken. Hét thema van die middag, als ik – ronddwalend in koele zalen met gefilterd licht – stil word.

Vlekkerige melkwitte schilderijen blijken verborgen landschappen te bevatten, die juist opdoemen wanneer je de blik niet scherpstelt, maar ontvankelijk op afstand gaat staan. Verborgen boodschappen in Chinese tekens worden onthuld. De beeldtaal van oeroude landschapselementen opent werelden. Maar ook: een in het oog springende tank van leer en een plastic mandarijnengewaad. Je doet er goed aan om de Sigg Collectie gewoon te ondergaan. Ga vooral niet zoeken.

Tao behoeft een open geest. Ik bekijk mijmerend een enorm doek van een berglandschap in goud en brons, met hier en daar een vermoeden van groen. Een mengeling van realistische beelden en computerbewerkingen, die er een vreemde sfeer aan geven. Meer nog dan het schilderij, valt me het meisje op dat eronder staat, in gesprek met haar moeder. Ze is hooguit vier. Intens kijkend en druk naar verschillende doeken wijzend, leert die kleine met haar donkere ogen mij meer dan een heel leger gewichtige kunstkenners bij elkaar: dat Tao – én kunst – nóg iets behoeft: verwondering.

© Karin Swanenberg, mei 2018