NORMANDIE BRETAGNE

Week 1: Langs de Normandische kust vanaf Honfleur t/m Barfleur
Na een door file verstopte, lange en hete eerste reisdag vanuit Beneden Leeuwen en een overnachting in noord Frankrijk bij Cap Blanc Nez rijden we over de majestueuze Pont de Normandië. In de file, zodat we er lekker lang van kunnen genieten. We volgen oostwaarts de kust die ons eerst trakteert op oorverdovend mooie parken en tuindorpen met enorme vakwerklandhuizen -van het soort waarbij je spookverhalen kunt bedenken- en daarna op veelkleurige zeeën en rotsen met wisselende, vaak weelderige begroeiing. Steeds aan de linkerhand de golvende velden met graan in verschillende stadia van verwerking. Van are tot in plastic verpakte strorol op een kar.
We staan op een camping, op een camperplek met voorzieningen en ook twee nachten in het wild voorbij Arromanche ten noorden van Bayeux: op een plek bovenop een klif, genaamd Le Chaos. Die naam klopt als een bus. Jaren terug ben ik er bij een overmoedige beklimming van een stukje klif op een point of no return geraakt. De weg voorwaarts was een meer dan 30 meter brede zone vol hoge begroeiing, vooral brandnetels en braamstruiken, waar ik letterlijk niet zonder kleerscheuren doorheen kwam.
En altijd is er weer die oorlog. Geen wonder, wanneer je over de bevrijdingskust rijdt, het ene dorp vol geallieerdenvlaggen na het andere. Bij bepaalde plekken overvalt ons een ontroerende geladenheid. Wat heeft hier veel plaatsgevonden, wat hing er veel vanaf en wat waren er veel levens mee gemoeid. Zowel die van de gevallenen als van de mensen die werden bevrijd. Nu, op de camping in Barfleur, waar we voor 2 nachten blijven, raken we erover te praat met een Nederlands echtpaar. Ook zij hebben die ontroering ervaren. Dat enorme onder de indruk zijn. Ook zij vertellen verhalen. Allemaal hebben we ouders of grootouders die iets hebben meegemaakt in de oorlog. Wij zijn kinderen van de bevrijding, maar die oorlog is niet vergeten. Pas nu is er ruimte om er meer en meer over te spreken. Kennelijk heeft het zoveel generaties moeten duren voor dat kon. Ik weet dat onder andere mijn vader geen werkelijke bevrijding heeft gekend. De rest van zijn naoorlogse leven is hij op een of andere manier in die oorlog gebleven. Die ging van binnen door, zonder dat daarover een woord over zijn lippen kwam. Nu pas, hier pas, dringt er bij mij steeds meer besef door en zelfs begrip voor hem. Wat een bevrijding.
Hoe verder we de noordkust van La Manche volgen, hoe meer het tempo daalt en we de vredige roerigheid van kustplaatsjes en vissershaventjes beleven. We ademen zilte zeelucht in, spotten vogels op slikken en schorren, verleggen onze etenstijden en laten ons horloge af. Pommeau, Calvados, cider en streepjestruien belanden al snel in de camper, onderin de schatkamer voor souvenirs. Frans brood (en obstipatie), heerlijke kazen, wijn, visje eten en goeie koffie op een terras aan de haven. C’est la bonne vie. C’est la Douce France.
Nog twee van zulke weken en we zijn herboren!