Dan toeren we verder westwaarts langs de Bretonse zuidkust, richting Etel. In le Ria d’Etel vinden we een nieuw favoriet gebied, een uitgestrekt estuarium 17 km landinwaarts, geflankeerd door de meest schilderachtige plaatsjes en haventjes. Het wild camperen moeten we hier echt loslaten. Het betreden van het gebied met een camper is opnieuw een beetje vechten. Camperplaatsen zijn weer onvindbaar of blijken grote campings te zijn waar we niet willen staan en in Etel zelf kun je in het hoogseizoen de camper domweg niet parkeren, ook niet voor eventjes, zelfs niet vlakbij het VVV. Hoe je er dan achter moet komen waar de campings zijn……? Leve de smartphone, internet en…de bonnefooi (la bonne foie).

Het rondrijden en gezoek levert uiteindelijk een schaduwrijke mooie camping bij Belz op met een door de vloed bijgevuld zoutwaterbassin om in te zwemmen. De naam Le Moulin des Oies vinden we nogal wonderlijk voor een plek waar noch een molen noch één enkele gans valt te zien. Vlakbij is een deelgemeente van Belz: St. Cado. Een prachtig kustplaatsje verbonden met een piepklein oud eilandje vol huizen en een eeuwen oude kerk, geheel gewijd aan (en vol afbeeldingen van) de heilige St Cado. Onderaan de kerk, op de waterlijn van de Ria d’Etel is een waterbassin met een bron, gelegen aan de voet van een piepkleine kapel met daarin een beeld van, jawel, alweer St. Cado.

De romaanse kerk is evenals de kapel ontroerend sober, met wat opvallende kenmerken: enkele prachtige glas-in-lood-ramen van verschillende leeftijden, een hemelsblauw houten plafond, alsof je in de binnenkant van een omgekeerde boot kijkt, twee Mariabeelden, waarvan één piéta. Dit is merkwaardig genoeg de enige Christus in de hele kerk. We zien hem verder op geen enkel kruisbeeld. Hoewel het katholieke geloof vooral om Christus draait, vinden we in deze kleine kerk met name een uitgesproken verering van die ene heilige: St. Cado. Ook hier proef ik een sfeer die eerder heidens dan christelijk aandoet. Wel heeft een beeldhouwer zich gewaagd aan een grof gevormd beeld van God de Vader. We weten het nu zeker: God is een man met bruin haar en een lange baard die, op een wolk gezeten en ondersteund door engelen, de wereld in zijn hand houdt. Het is maar wat je wil geloven.
Even buiten de plaats Belz bezoeken we een patisserie waar de zoute caramels en de echte Bretonse koeken, fars en Kouign Amann worden gemaakt. We kunnen er letterlijk een kijkje in de keuken nemen en krijgen uitleg over de vervaardiging van de caramel. Natuurlijk bezondigen we ons aan diverse lekkernijen die we buiten op een soort menhirbankje in de schaduw van een ceder opsnoepen.