De Afronding

De Afronding

Het is gedaan! De Tour du ALS is afgelopen, José heeft met ware heldenmoed de mont Ventoux beklommen – voornamelijk lopend, op fietsschoenen, met haar fiets aan de hand – en ik heb twee dagen in de bloedhitte achterop een motor rondgereden en in een veel te warm motorpak met een microfoon in de hand rondgebanjerd om een geluidsreportage te maken. De vele uren audiomateriaal zal ik verwerken tot een sprekend portret van de Tour du ALS. Omdat ik wil dat de wereld het weet. Die montageklus doe ik thuis in Nederland. Nu hebben we nog een zalige week vakantie in de Franse Aveyron voor de boeg om te bekomen van alle inspanningen.

Op deze warme vrijdag 9 juni, de dag na de Tour du ALS, liggen we op de camping in Bedoin voor pampus. Het mag. We doen weinig anders dan eten, drinken en napraten. Veel napraten, vol als we zijn van het waanzinnige evenement, dat onuitwisbare indrukken heeft achtergelaten.
Helder op mijn netvlies straalt het oranje-blauw-wit van de fietsers in het diepe licht van de Provence, de strakblauwe hemel, de ALS-patiënten op hun tandems – naar boven geduwd door hun team – de kluit uitgetelde opgewonden mensen bij de finish, de brancards met aftakelende ALS-patiënten die alle memorabele momenten voluit meebeleven.
Nog steeds hoor ik de opzwepende muziek bij de start en het eindfeest, voel ik me omringd door de allesoverheersende vriendelijkheid, door ontelbare helpende handen en de verrassende lichtvoetigheid op en om die kale berg, waar op de onderstroom wel degelijk voelbaar de dodelijke ziekte ALS rondwaart. Diepgaande ontmoetingen in een flits, uitgelaten ernst, schaterlachen en omhelzingen die intense treurigheid verzachten. Het was er allemaal op de Mont Ventoux en dwars door mijn journalistieke afstandelijkheid heen heb ik het met elke vezel in mijn donder beleefd. Al zou ik willen, die geluidsmontage kán ik nu nog helemaal niet maken. Er zitten te veel tranen in mijn hart, liters. Uitrusten dus en laten zijn wat er is, ons niet bewust van de afronding die nog te wachten staat.

Zaterdagmorgen reizen we door naar Aveyron, maar niet voordat we nog even door Bedoin scharrelen, de plaats waar op 8 juni de start van de Tour du ALS was. Even dat heerlijke ‘laissez faire’-gevoel ondergaan dat altijd over me komt wanneer ik op een terrasje in de schaduw van de platanen, van een emmer Franse koffie – grand crème- zit te slurpen.

Ook aan een plakkerig tafeltje gaat ons gesprek terug naar de Tour du ALS en het vele dat we hebben meegemaakt doordat we op die éne doodgewone aprildag in 2016 ALS-patiënt Frank van der Wielen ontmoetten. Waardoor die dag op slag een heel bijzondere werd. Beiden werden we de maalstroom van alle acties van Frank ingezogen en konden we niet anders dan bijdragen aan zijn honderd en één manieren om geld in te zamelen voor onderzoek naar ALS. We raakten nauw betrokken bij Frank en zijn vrouw Diny, maakten hen mee in de hectische en zware laatste zeven maanden van Frank’s leven en hielpen mee met het realiseren van de vrachtwagen van Wobma-transport als promotiemiddel.

‘Trap ALS de wereld uit’ staat er op de twee zijden van de vrachtwagen, de slogan ondersteund door een meer dan levensgrote foto van de ‘trandem’, een knaloranje driepersoonstandem. Een beeld vol symboliek. Het voorste van de drie zadels is leeg. De ALS-patiënt die daar zat, is niet meer. Blijven over op de twee andere zadels: de nabestaanden die hard moeten trappen om tegen de dijk op te komen, onder een donkere wolkenlucht vandaan naar een hoopgevende zon. De drie zadels symboliseren ook de samenwerking tussen drie stichtingen die hetzelfde doel – ALS de wereld uit – willen bereiken: stichting ‘ALS Nederland’, ‘Tour du ALS’ en ‘ALS-op- de-weg’.
Frank van der Wielen wilde dat ALS meer bekendheid kreeg en hamerde op de noodzaak om zoveel mogelijk geld te vergaren voor onderzoek. Hij bedacht deze promotiefoto nadat hij op een onbewaakt ogenblik vorige zomer bij een Franse antiquair tegen een oranje fiets met drie zadels was aangelopen, tijdens de Tour du ALS 2016, in Bedoin. Frank zette op Facebook een foto waarop de zaak beklonken werd en mailde die later naar de antiquair, samen met een plaatje van de inmiddels volledig gerestaureerde trandem.

Tijdens Tour du ALS editie 2017, keerde de trandem tijdelijk terug naar de Mont Ventoux en stond hij 8 juni samen met de vrachtwagen op het startterrein in Bedoin. En opnieuw werd de stalen donatiebox achterop de bagagedrager goed gevuld.

Toeval bestaat niet. Dat wordt me eens te meer duidelijk, wanneer we door een markt onze bus niet op het beoogde parkeerterrein in het dorp kwijt kunnen en genoodzaakt zijn om hem buiten Bedoin neer te zetten. We lopen het dorp in over een weg die we anders niet genomen zouden hebben. We passeren een openstaande rommelige garage op een hoek. Ik herken de wegwijzers van de foto en besef dat dit de plek is waar Frank die fiets heeft gekocht. Er is niemand. We lopen door naar ons terras, want daarvoor kwamen we tenslotte. Dachten we.

Tijdens mijn tweede bak slobber valt opeens het kwartje. “Zullen we terug gaan naar die antiquair?” vraag ik. “Om hem de foto van de vrachtwagen te laten zien en hem te vertellen wat er met zijn fiets is gebeurd? Ik denk dat het moet”. Dat soort dingen hoef ik José nooit uit te leggen. We gaan.
Twee mensen staan tussen de openstaande deuren van de garage tussen alle bric-a-brac naar buiten te kijken. Een man en een vrouw. Haar ken ik niet. Hij is wat grijzer en wat stoppeliger, maar onmiskenbaar de eigenaar van dit krot en de verkoper van de oranje fiets met drie zadels. Ik vraag hem of hij dat nog weet. Hij knikt en kijkt me onderzoekend aan.

Struikelend over mijn beste Frans vertel ik waarom we langs komen en doe het verhaal van Frank en zijn fiets en waarom die zo belangrijk voor hem was. We laten de foto’s zien van de vrachtwagen en de trandem op het startterrein.

De antiquair luistert aandachtig en vraagt dan hoe het nu met Frank is. Als ik vertel dat hij eind oktober 2016 is overleden en dat wij op de Mont Ventoux waren om Franks acties voort te zetten, is hij oprecht aangeslagen. Zijn vrouw volgt het gesprek medelevend. De man houdt met moeite zijn tranen binnen. Mij lukt dat niet.
Dan raspen zijn wangen langs de mijne wanneer hij me kust. Hij trekt José erbij en drukt ons aan het hart. Een woordeloze ontmoeting tussen vreemden, een diepe verbondenheid, op één moment van volkomen begrip. Hiervoor gingen we vanmorgen dus naar Bedoin. Ik maak me los en zeg ‘c’est pourquoi’.
‘Au revoir’ stamelend struikel ik van het stoepje af. José ’s hand vindt de mijne en samen lopen we richting auto, terug naar ons eigen leven. Deze cirkel is rond.

Bedoin, Provence, 10 juni 2017
Karin Swanenberg