Normandië 2020

Leven in tijden van Corona, meebewegen met het tij
Corona waart door de wereld en wij gaan op campervakantie in Normandië. Code geel, het mag. Hoewel we af en toe drukte en hitte moeten verduren, zitten we in dit gebied beter dan in Nederland. In ons dichtbevolkte landje, waar het kwik tot 38 graden oploopt en waar iedereen het water opzoekt – de vele Duitse toeristen incluis – is het erger. Normandië heeft 600 km kust, waar behalve drukke plaatsen ook prachtige en rustige plekken te vinden zijn. Het worden drie weken vakantie vol ongeplande plannen, verrassende nieuwe plekken én weerzien van oude favorieten.
Tot het laatste moment weten we niet of we vanwege Covid-19 Frankrijk wel in mogen. Code geel kan zomaar veranderen in oranje. Zondag 2 augustus 2020 staat het sein op ‘groen’. We vertrekken naar Normandië met niet meer planning dan een rit van twee of drie dagen naar Granville, in het zuidwesten van La Manche, om daar de stad en de omgeving te verkennen, de Iles Chausey te bezoeken en noordwaarts de kustlijn van La Manche te volgen. Wie weet waar we terecht zullen komen?
Ons aanvankelijke plan wijzigt vrijwel direct. Onze eerste tussenstop in La Bouille halen we niet, dus wordt het Amiens. We hebben het geluk om een plekje te bemachtigen op de gratis camperplaats dichtbij de stad, waar we eerder al eens hebben overnacht. Een parking onder bomen, grenzend aan dat verrukkelijke park, St Philippe, dat alles heeft wat een stadspark moet hebben. Er is water en er zijn kano’s en zwaar piepende waterfietsen. Het heeft bruggetjes en bosjes en traptreden en heggen en bamboe. En veel, heel veel, pratende, lachende en druk doende mensen, met alle kleuren van de wereldbol. Vooral veel Noord Afrikanen en koffiekleurige mannen met baarden die – covid-19 of niet – allemaal aan dezelfde waterpijp lurken. Al die groepen mensen vinden het leuk om elkaar te zien. Dat maakt het tot een vrolijk park. De joggers, dansers en skaters maken het tot een actiéf park, waar je evengoed urenlang op een bankje kunt hangen. Het wordt druk bezocht en je mag blij zijn als je je buscamper tussen de geparkeerde auto’s kunt schuiven op een plekkie voor de nacht. Het is een komen en gaan van mensen; eenlingen, vriendengroepen, hele families en twee- of drietallen met relaties van schimmiger aard. Niet voor niets patrouilleert de politie hier met de reghelmaat van de klok.
Wat de Franse politiek ook aan coronamaatregelen heeft opgelegd, niemand die zich er ook maar één mallemoer van aantrekt. Niets tegen te beginnen, dus ook geen beginnen aan om je erover op te winden. Zelf dan maar de regels in acht nemen en zorgen dat je waar nodig of verplicht een mondkapje draagt. Verschrikkelijk! Al is het soms zinvol, je loopt er een acuut zuurstoftekort aan op. De stad lonkt vanaf de overkant van de grote parkvijver, vooral de enorme Cathédrale de Notre Dame. Een avondkuiertje roept bij mij direct herinneringen op aan een vorig bezoek, enkele jaren geleden. José weet niets meer. Die kan voortaan elke vakantie weer naar Amiens. Steeds als nieuw, altijd verrassend en nooit keuzestress.